
Mijn man en ik hebben inmiddels de leeftijd bereikt dat we enthousiast worden van een verhaal dat begint met “wat ik nu weer hoorde op het schoolplein…”. De soap die schoolplein heet, verveelt nu eenmaal niet snel. Zo stond ik afgelopen week naast een vader die opa had meegenomen. Ze hadden het over hoe vaak hij de kinderen ophaalt (één keer) en hoe ideaal het is dat de BSO zo dichtbij is. Wel duur hoor, die BSO; “mijn vrouw werkt eigenlijk een dag voor niks”.
En de werkuren van papa dan?
Ik probeerde ondertussen in de menigte aanstormde peuters onze jongste zoon te spotten en dacht niet meer aan het gesprek. Pas thuis besefte ik mij wat mij dwars zat; waarom was hij niet zelf degene die een dag voor niks werkt? Zijn de uren van mannen niet alleen in Euro's, maar zelfs in ons dagelijks doen en laten meer waard? Terwijl ik mijn frustratie voelde opborrelen, bedacht ik mij dat ik mij hier zelf ook schuldig aan maak. En ik dacht nog wel zo geëmancipeerd te zijn...
Uren op de weegschaal
Voor de komst van onze oudste werkte mijn man 40 uur en ik ook. Al vroeg in de zwangerschap gingen we het gesprek aan; hoe moet dat straks als de kleine er is? Mijn man kon uiteraard 40 uur blijven werken, het kwam gek genoeg niet eens in ons op om hier wat aan te veranderen. Mijn uren lagen op de weegschaal. Hoeveel kon ik blijven werken en hoe lang was ik bereid onze baby te missen?
Spagaat tussen laptop en baby
We hadden twee opties voor de uren die ik zou blijven werken: het kinderdagverblijf en thuiswerken met de kleine erbij. Van de Nederlandse bevolking vindt 65% meerdere dagen kinderopvang niet goed voor kinderen tussen 0 en 1 jaar. Het zal ook daarmee te maken hebben gehad dat ik met enig lood in de schoenen een handtekening zette onder het contract met de kinderopvang voor twee dagen per week. Ik besprak met mijn werkgever dat ik 32 uur zou gaan werken en vroeg schoorvoetend om twee thuiswerkdagen per week. Dat ik die twee dagen zou doorbrengen in een spagaat tussen mijn laptop en mijn baby vertelde ik er maar niet bij. Zolang de kleine niet kon lopen, zou dat vast goed gaan. In al mijn ‘nieuwe-ouder-naïviteit’ hield ik er geen rekening mee dat tijgerende/kruipende baby’s sneller zijn dan kleintjes die net hun eerste stapjes zetten. En zich minstens net zo vaak bezeren. Gelukkig had ik een baan met weinig vergaderingen, maar ik had de impact van het ’s avonds inhalen van alle niet-gewerkte baby-uren behoorlijk onderschat.
Toen onze eerste een maand of zeven was, wisselde ik van baan. Gewend aan mijn vier werkdagen, tekende ik weer voor 32 uur. Twee thuiswerkdagen was hier wel te veel van het goede, dus de puzzel kwam weer op tafel. We kenden het woord ‘papadag’ nog niet, want het enige wat wij konden bedenken was een extra dag opvang. De kosten van de opvang liepen inmiddels op en met een lachje waar een boer met kiespijn jaloers op zou zijn, heb ik meer dan eens beweerd dat “ik eigenlijk een dag voor niks werk”. Inmiddels proberen we zorg- en werkuren beter te verdelen. Tot welke frustraties dat leidt, lees je in een volgende blog.
Reactie plaatsen
Reacties